Pre-University College 2017-2018

Chinese taalkunde

 

Jeroen Wiedenhof

Inhoud

Algemene informatie

Dit onderdeel omvat vier werkcolleges over taal en schrift in China.

Elk college moet worden voorbereid door het lezen van een tekst en het maken van opdrachten.

Leeswerk: Noteer in de kantlijn waar je vragen of problemen in de tekst tegenkomt; wij zullen die in het college behandelen.

Opdrachten: Werk de opdrachten vooraf schriftelijk uit en neem deze aantekeningen mee naar het college.

Tijd en plaats

Behandelde stof

Week 1 (5 feb 18) / Inleiding & rondleiding

Samenvatting

We beginnen met een overzicht van de taalsituatie in China en een inleiding op de verschillen tussen het leren van een taal en het bestuderen ervan.

Het college besluit met een rondleiding in de Azië-bibliotheek, die een van de grootse en mooiste collecties Chinese boeken in Europa herbergt.

Tekst

"Het Mandarijn" = hoofdstuk 1 (pp. 1 t/m 9) uit Jeroen Wiedenhof, Grammatica van het Mandarijn, Amsterdam: Bulaaq, 2004; vierde herziene druk 2015

Opdrachten

Schriftelijk voorbereiden!

1.  Lees de tekst en neem vragen en aantekeningen hierover mee naar de klas.

2.  Bij §1.1: wat voor criteria kun je bedenken om talen te onderscheiden? En om dialecten te onderscheiden? Kunnen of moeten die criteria verschillen voor de Nederlandse taalsituatie en voor de Chinese taalsituatie – of juist niet?

3.  Bij §1.1: Ga in je eigen omgeving (bijvoorbeeld op school of in de buurt waar je woont) op zoek naar minstens drie personen van Chinese afkomst. Ga voor elk van deze personen na: (a) of zij Chinees spreken (b) zo ja, welke Chinese ta(a)l(en) zij spreken.

4.  Bij §1.2: Noem voorbeelden van uitwisseling tussen talen (a) in Nederland en (b) in Europa. Geef voor elk voorbeeld aan of het om eenrichtings- of om tweerichtingsverkeer gaat.

Week 2 (12 feb 18) / Uitspraak

Samenvatting

Van de vele talen in China wordt het Mandarijn het meest gesproken: er zijn circa een miljard sprekers. In dit college verkennen we verschillende strategieën om onbekende spraakklanken te leren, zoals de tonen van een toontaal.

Als bonus laat dit college je opnieuw kennismaken met de uitspraak van je eigen taal: het Nederlands.

Tot slot bespreken we vandaag de gang van zaken rond de presentaties.

Tekst

"Mandarijn en Chinees" en "Tonen" = hoofdstuk 1 t/m 2.1 (pp. 1 t/m 9) uit Jeroen Wiedenhof, De uitspraak van het Mandarijn in 101 oefeningen, Amsterdam: Bulaaq, 2006; derde druk, 2015

Luisterhulp

Klik hier voor Oefening 1

Klik hier voor Oefening 2

Klik hier voor Oefening 3

Opdrachten

Schriftelijk voorbereiden!

5.  Lees de tekst, luister naar de drie oefeningen hierboven en neem je vragen en aantekeningen mee naar de klas.

6.  Noem drie gangbare schriften die in Europa in gebruik zijn. Waarin verschillen deze schriften? En waarin komen ze overeen?

7.  In figuur 1 op p. 3 staat een stukje van een Chinese pagina afgebeeld.

a.  Kun je bedenken waarom de auteur van de afgebeelde pagina Chinees had geleerd?

b.  Staan er voor wie geen Chinees heeft geleerd toch leesbare karakters op deze Chinese pagina?

c.  Waar begin je op deze Chinese pagina met lezen?

8.  Bedenk minstens drie strategieën die je zelf hebt gebruikt bij het leren van (een) vreemde ta(a)l(en). Probeer te bedenken of je voor het leren van het Mandarijn andere technieken nodig hebt, en zo ja: welke.

9.  Op de laatste twee colleges (ma 3 mrt & ma 10 mrt) werken we niet alleen aan het leeswerk en de opdrachten, maar ook aan de voorbereiding van de eigen presentaties.

a.  Denk in dat verband alvast na over mogelijke onderwerpen en samenwerkingsverbanden.

b.  Neem je ideeën en vragen hierover mee naar het college.

Week 3 (19 feb 18) / Taal

Samenvatting

In taalonderzoek komen veel aspecten tegelijk om de hoek kijken: spraakklanken, woordenschat, woordbouw, zinsbouw en andere grammaticale bijzonderheden.

We bekijken hoe al deze factoren in elkaar grijpen bij de bestudering van de onderschikkende constructie in het Mandarijn.

Tekst

"Onderschikking" = hoofdstuk 3 (pp. 65 t/m 76) uit Jeroen Wiedenhof, Grammatica van het Mandarijn, Amsterdam: Bulaaq, 2004; vierde herziene druk 2015

Leeshulp

Als hulp bij het lezen zijn hieronder enkele termen uit de tekst toegelicht.

p. 66: "gesproken corpus"

een verzameling geluidsopnames van gesprekken tussen moedertaalsprekers

p. 69: "speciaal prosodisch patroon"

Prosodisch wil zeggen: tot de prosodie behorend. Prosodie is het gebruik van volume (hard en zacht), toonhoogte (hoog en laag) en tempo (langzaam en snel) bij het spreken. Prosodie komt in elke taal voor.

p. 73: "object"

Een object is een lijdend voorwerp, dat wil zeggen: de zaak die de werkwoordshandeling ondergaat, zoals cake in we eten cake, en borden in borden wassen.

Opdrachten

Schriftelijk voorbereiden!

10.  Lees de tekst en neem vragen en aantekeningen hierover mee naar de klas.

11.  Onderaan p. 65 staan acht voorbeelden van onderschikking in het Mandarijn. Op p. 66 wordt uitgelegd dat bepalingen in deze taal altijd voorafgaan aan de kern. Kun je nu herleiden hoe je de volgende uitdrukkingen in het Mandarijn zegt?

a.  verhalen

b.  snel

c.  traag

d.  China

e.  kom

12.  Vertaal in het Mandarijn op basis van §§ 3.1-3.3:

a.  Franse verhalen

b.  de oudere zus van vader

c.  een interessante moeder

d.  de inkt van de Chinese vriend

13.  Op p. 69 staan vier voorbeelden van achterplaatsing in het Nederlands.

a.  Spreek deze zinnen hardop uit en en ga na of je een daling in de toonhoogte kunt horen.

b.  Zo ja: hoe groot is het interval ongeveer? Zo nee: laat iemand anders de zinnen uitspreken en luister opnieuw.

14.  Volgens de voorbeelden 3.15 en 3.16 heeft het Mandarijn twee verschillende uitdrukkingen voor 'witbrood' en 'wit brood'. Hoe zit dat in het Nederlands?

a.  Spreek de Nederlandse uitdrukkingen witbrood en wit brood hardop uit. Is er een verschil in de uitspraak?

b.  Is er een betekenisverschil?

c.  Is er een verschil in het schrift?

15.  Vertaal in het Mandarijn op basis van §§ 3.5-3.6:

a.  de witte aap

b.  de witte kleur van het aapje

c.  het gegeten witbrood

d.  een buitengewoon goede vriend

Individuele inhaalopdrachten

Schriftelijk inleveren! Deadline: maandag 19 feb 18

  • Niet digitaal aanleveren maar geprint op papier
  • Gebruik dubbele regelafstand
  • Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam en datum

16.  Angelique, Arne, Laïs: Lever je antwoorden op de vragen 6 t/m 9 hierboven schriftelijk in.

 

Presentaties

Op de laatste twee lesdagen werken we niet alleen aan het leeswerk en de opdrachten, maar ook aan de voorbereiding van de presentaties.

Als groep verzorgen we in week 5 uiteindelijk één presentatie; duur: 20 minuten, plus 5 minuten voor vragen uit het publiek.

In dat verband is week 3 vooral voor praktische zaken

    • Elke groep (zie onder) presenteert ideeën en bespreekt deze klassikaal
    • Je hiervoor hoeft niks af te hebben, maar wel te hebben nagedacht over de mogelijkheden: maak een lijstje met je groep!
    • N.B. integreer wat je hebt opgestoken in de lessen
    • Het belangrijkst is dat je aanwezig bent op college om je onderwerp te bespreken
    • Neem laptops, iPads enz. mee om in de klas op te werken

In week 4 geven alle groepen hun eigen presentatie

    • We hakken knopen door over de presentatiemiddag in week 5. Als groep verzorgen we op die dag één presentatie.
    • Neem laptops, iPads enz. mee om in de klas op te werken

Groepsindeling:

Groep

Deelnemers

Mogelijke onderwerpen

Suggesties voor bronnen

A

Angelique

Kalligrafie / schrift taalkundig belicht?

Aan de hand van originele Japanse tempel-tekst

Eecke
Rosalie

B

Laïs

Begroetingen, persoonsnamen

Sociolinguïstiek, Wenzhounees

Myrthe
Nienke
Noortje

C

Arne Leenwoorden
Isadore
Julian
Maryn

Week 4 (5 mrt 18) / Schrift

Samenvatting

Het Chinese schrift bestaat al meer dan 3000 jaar, maar heeft door de eeuwen heen veel veranderingen ondergaan, vooral door het gebruik van nieuwe schrijfmaterialen.

We zullen dit spoor volgen vanaf karakters die in bot werden gekerfd tot aan de digitalisering van het Chinese schrift.

Tekst

"Eigenschappen van het Chinese schrift" = §§ 12.3.1 en 12.3.2 (pp. 326 t/m 337) uit Jeroen Wiedenhof, Grammatica van het Mandarijn, Amsterdam: Bulaaq, 2004, vierde herziene druk 2015

Individuele inhaalopdrachten

Schriftelijk inleveren! Deadline: maandag 5 mrt 18

  • Niet digitaal aanleveren maar geprint op papier
  • Gebruik dubbele regelafstand
  • Verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam en datum

17.  Isadore: Lever je antwoorden op de vragen 10 t/m 15 hierboven schriftelijk in.

Presentaties

18.  Overleg met je eigen presentatie-groepje:

a.  Maak onderling een taakverdeling; schrjif deze uit, zodat je 'm in de klas kunt presenteren

b.  Doe je eigen onderzoek op basis van de extra Suggesties voor bronnen in de tabel hierboven

c.  Houvast in je voorbereidingen, zowel voor jezelf als voor je publiek:

  • Verantwoording van de inhoud: eigen waarneming plus onderzoeksvraag
  • Structuur van je presentatie: intro, hoofdmoot, conclusie

d.  Gebruik je UB-pas voor de benodigde literatuur uit de Universiteitsbibliotheek

e.  Stel een lijst op van de bronnen die je zelf gevonden hebt en neem deze ter bespreking mee naar de klas

f.  Overleg binnen je eigen groep over de vorderingen

g.  Bereid je presentatie in concept voor; we gaan hier op 5 maart in de klas de laatste hand aan leggen

Neem laptops, iPads enz. mee om in de klas op te werken

 

Zoals aangekondigd: in week 4 geven alle groepen hun eigen presentatie in de klas.

We hakken daarna knopen door over de presentatiemiddag in week 5 . Als groep verzorgen we op die dag één presentatie.

 

Opdrachten

Schriftelijk voorbereiden!

19.  Lees de tekst en neem vragen en aantekeningen hierover mee naar de klas.

20.  Op p. 329 staan de volgorde-regels voor het schrijven van de strepen van een Chinees karakter. Zie voor een voorbeeld van meer ingewikkelde karakters ook de streepvolgorde in het woord Hélán 'Nederland'.

Schrijf nu zelf de volgende karakters met de correcte streepvolgorde.

a.    nián 'jaar'

b.    lái 'komen'

c.    de 'OND' (= onderschikkingspartikel, zie de derde bijeenkomst)

d.    zuò 'doen, maken'

e.    suì 'jaar' (van leeftijd)

21.  In § 12.3.2 wordt uitgelegd hoe Chinese karakters kunnen bestaan uit klank- en betekeniscomponenten. De volgende karakters bevatten elk één klankcomponent en één betekeniscomponent.

Deze karakters staan in een willekeurige volgorde. Ze hebben de volgende uitspraken en betekenissen, in alfabetische volgorde:

   

Uitspraak   

Betekenis

1.  

dīng

'steenpuist'

2.  

jīn

'bijl'

3.  

líng

'klein rijtuig'

4.  

líng

'stekelnoot'

5.  

líng

'vermagerd, uitgemergeld'   

Vergelijk de vijf karakters eerst met de voorbeelden uit de tekst op pp. 335 en 337-338.

a.  Eén betekeniscomponent is niet in de tekst genoemd. Geef daarvan de grafische vorm en de vermoedelijke betekenis.

b.  Geef voor elk van de karakters de bijbehorende uitspraak en betekenis.

Week 5 (12 mrt 18) / Presentatiemiddag

In het vierde college hebben alle deelnemers hun gegevens gepresenteerd en beoordeeld gekregen.

De beste presentatie wordt ook gehouden op de slotbijeenkomst van 12 maart. Deelnemers en docenten geven daar feedback op de presentaties.

Tijd en plaats: n.n.b.

laatste wijziging: 26 februari 2018 | home