1. |
Deze drie klasgenoten heten allemaal Wáng. |
11. |
Waarom eten jullie om elf uur 's avonds? |
2. |
Hoeveel leraren zijn er vandaag? |
12. |
Woensdag is het Bái Péngs verjaardag. Op die dag wordt ze dertien. |
3. |
Deze twee kleine kinderen houden allebei van Chinees eten. |
13. |
Heb je morgenavond om kwart voor acht iets te doen? |
4. |
Hoe laat dineren jullie? |
14. |
Die Amerikaanse leraar heeft dit jaar vijftig studenten. |
5. |
Die twee Chinese advocaten hebben het allebei druk. |
15. |
V: Ken je dat meisje ook? A: Ik, eh, eh... ken haar niet. |
6. |
Wij hebben ook twee Amerikaanse klasgenoten. |
16. |
Deze ene dag heb ik het erg druk. |
7. |
Op zondag eten we geen Chinees. Die dag vind ik niet leuk. |
17. |
Op beide dagen waren er mensen die mij vroegen of ik kinderen had. |
8. |
Tot ziens, tot vanavond om half elf! |
18. |
Die drie grote foto's zijn niet goed, maar deze twee kleine foto's zijn allebei erg goed. |
9. |
Ik heb een oudere broer, en ook nog twee oudere zussen. |
19. |
Allebei de foto's zijn ontzettend klein! |
10. |
Vind je die foto ook leuk? |
20. |
Vind je die vier kindertjes leuk? Het zijn mijn twee kleine broertjes, met hun twee kleine vriendjes. |
index grammaticacolleges
laatste wijziging: 4 oktober 2013 | home