Grammatica van het Mandarijn / Opdrachten

 

Werkwoorden en bijwoorden (1)

 

Jeroen Wiedenhof

Vertaal de volgende zinnen in het Mandarijn. Let op correcte transcriptie: toonsymbolen, hoofdletters en punten.

1.

De leraar is niet goed.

11.

Is een Chinese naam ook niet goed?

2.

Is Wáng Péng een student?

12.

Nederland is geen Amerika.

3.

Ben ik ook Meneer Lǐ?

13.

De Nederlandse leraar heet Leo; en jij?

4.

Wat is een naam?

14.

Nodig je de Chinese studenten niet uit? Nee, ik nodig ze niet uit.

5.

Wat is het?

15.

Wat doe je?

6.

De student heet geen Wáng.

16.

Ik doe het ook.

7.

Hoe heet de student?

17.

Nodigde de leraar jou ook uit?

8.

Is Amerika klein?

18.

Mag ik vragen, heet u niet Lǐ?

9.

Is het klein?

19.

De goede studenten waren geen Amerikanen.

10.

Wat voor een naam is Wáng? Het is een Chinese achternaam.

20.

Nederland is klein. China ook?

index grammaticacolleges

laatste wijziging: 29 augustus 2013 | home