Grammatica van het Mandarijn

 

Afkortingen in Integrated Chinese

 

Jeroen Wiedenhof

Dit schema dient als aanvulling en verklaring bij de lijst "Abbreviations for Grammar Terms" op p. xx van het Textbook.

Afkortingen voorafgegaan door een handje zijn hier als aanvulling of correctie aan die lijst toegevoegd.

Afkorting  

Volledige term

Voorbeeld

Engels

Nederlands

Nederlands

Mandarijn

Vorm

Betekenis

Abbr abbreviation afkorting NS Liáo-Dà 'Universiteit van Liáoníng'
Adj adjective bijvoeglijk naamwoord sterk 'groot'
Adv adverb bijwoord ronduit 'niet'

AV Aux

auxiliary verb hulpwerkwoord zullen néng 'kunnen'
C complement complement lopen in Blijf maar lopen. kàn 'kijken' in Néng kàn. 'Je kunt ernaar kijken.'
CE Idm [common expression:] idiom idioom Aangenaam kennis te maken! Guìxìng? 'Wat is uw naam?'
Coll colloquialism informeel spraakgebruik effe kijke dà bízi 'buitenlander'
Conj conjunction voegwoord omdat yàoshi 'als, indien'
Com comment comment -- 'gaan' in Xiànzài . 'Nu gaan we.'
Cop copula koppelwerkwoord zijn shi 'zijn'
CV coverb bijwerkwoord -- gēn 'met'
DemPr demonstrative pronoun aanwijzend voornaamwoord die zhèr 'hier'
Exc exclamation uitroep Goh! Aiya! 'Au!'
Interj interjection tussenwerpsel weetjewel zhege 'uh'
M measure word maatwoord -- ge in ge rén 'vier personen'
MovAdv movable adverb vrij bijwoord -- dàgài 'waarschijnlijk'
N noun zelfstandig naamwoord, naamwoord wolk péngyou 'vriend'
NP noun phrase zelfstandige woordgroep die prachtige wolk met dat roze randje onderaan zuótian dào Hélán lái de nèi ge péngyou 'die vriend die gisteren naar Nederland gekomen is'
Num numeral telwoord achtendertig èrshièr 'tweeëntwintig'
O object lijdend voorwerp jou in Ik zie jou. shéi 'wie' in Kàn shéi? 'Naar wie kijk je?'
P particle partikel -- ba in Lái ba. 'Kom maar.'
PN proper name eigennaam Stefan Hélán 'Nederland'
Pr pronoun voornaamwoord men nàr 'daar'
Pred predicate gezegde ruist in De boom ruist. lái 'komen' in Shéi lái? 'Wie komt er?'
Prep preposition voorzetsel aan cóng 'vanaf'
Ono onomatopoeic expression klanknabootsing koekoek pào 'kanon'
QP question particle vraagpartikel -- ma in Lái ma? 'Kom je?'
QPr question pronoun vragend voornaamwoord hoe shéi 'wie'
RV resultative verb resultatief werkwoord dichtdoen wàngdiào 'vergeten'
S subject onderwerp de boom in De boom ruist. shéi 'wie' in Shéi lái? 'Wie komt er?'
T time word tijdsuitdrukking ondertussen hòulái 'naderhand'
Top topic topic -- xiànzài 'nu' in Xiànzài . 'Nu gaan we.'
TV transitive verb overgankelijk werkwoord eten zuò 'maken, doen'
V verb werkwoord ontbijten lái 'komen'
VC verb + complement werkwoord met complement blijf en lopen in Blijf maar lopen. néng 'kunnen' en kàn 'kijken' in Néng kàn. 'Je kunt ernaar kijken.'
VO verb + object werkwoord met object zie en jou in Ik zie jou. kán 'kijken' en shéi 'wie' in Kàn shéi? 'Naar wie kijk je?'

laatste wijziging: 5 oktober 2013 | home