BA-3 cursus 2008-2009

CHINESE SYNTAXIS

Jeroen Wiedenhof

algemene informatie


tijd en plaats

woensdagen van 11:15u tot 13:00u
zaal Arsenaal/001


handige hulpjes

 software  schrijfwijzer  talen van de wereld
 terminologie  Colorado Style Guide  taalkundige transcriptie
     e-ANS

inhoud, teksten en opdrachten

REFRESH/UPDATE/VERNIEUW MET DE F5-KNOP! 

10 sep | 17 sep | 24 sep | 1 okt | 8 okt | 15 okt | 29 okt | 5 nov | 12 nov | 19 nov | 26 nov | 3 dec |


voor 10 september

Inleiding

U hoeft niets voor te bereiden.


voor 17 september

 tekst | leeshulp | opdrachten 
Tekst

R.H. Robins, "Syntactic Analysis". In Eric P. Hamp, Fred W. Householder en Robert Austerlitz, redactie, Readings in Linguistics II, Chicago: University of Chicago Press, 1966, pp. 386-395. Herdrukt uit Archivum linguisticum, Volume 13, 1961, pp. 78-89.

Leeshulp

1.  De Franse uitdrukking trancher dans le vif (p. 391) betekent letterlijk 'in het vlees snijden' en figuurlijk 'harde maatregelen nemen'.

2.  De Griekse uitdrukking (p. 392) betekent letterlijk 'de vroeger-mensen', en vandaar 'de Ouden'.

Vragen en opdrachten

schriftelijk voorbereiden!

3.  Lees eerst het artikel in zijn geheel door. Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de tekst, zodat deze op het college behandeld kunnen worden.

4.  Wat betekenen de volgende Engelse termen: word, phrase, clause, sentence?

5.   Wat houdt "contemporary grammatical theorizing" (p. 386) in?

6.  Wat was de reden dat in Amerikaanse indianentalen "the word as a traditional orthographic entity was almost always lacking" (p. 386)?

7.  Hoe zou het komen dat "traditional grammar" zich minder met syntaxis bezighield, en een "preoccupation with morphology" (p. 389) had?

8.  "Tesnière [...] regards the basic elements of his syntax as universal" (pp. 389-390): kunt u zelf voorbeelden van syntactische relaties bedenken die vermoedelijk universeel zijn?

9.  Geef vijf voorbeelden van Tesnière's mots vides in het Mandarijn (p. 391). Deze woorden hebben een "grammatical use" (ibid.). Is er iets meer te zeggen over het type betekenissen van deze categorie?

10.  Robins heeft het over "first degree translation" (p. 391). Waarom zou hij hier en elders het woord translation cursiveren?

11. Wat wordt bedoeld met emphatic en unemphatic personal pronouns in het Frans (p. 392)? 

12.  Kunt u een voorbeeld noemen van het bedrijven van syntaxis "based on logical [...] considerations" en "extralinguistic appeals" (p. 393)?

13.  Wat wordt bedoeld met "languages of the type represented by Chinese" (p. 395)? Kent u een naam voor dit type talen?

14.  Hoe zou u het genre van dit artikel omschrijven?


voor 24 september

 materiaal | hulp | opdrachten 
Materiaal
   

 

 

De onverboden stad

Filmmaker Floris-Jan van Luyn gaat terug naar de steeg waar hij in de jaren negentig heeft gewoond toen hij correspondent was van NRC Handelsblad. Zijn oude buren vertellen in De onverboden stad hun verhaal over een leven waarin niemand meer weet wat de dag van morgen brengt.

De documentaire is onderdeel van het initiatief Made in China waarin diverse omroepen vertegenwoordigd zijn en waarin ontroerende, spannende, geestige en verontrustende verhalen de kijker een caleidoscopisch beeld bieden van hedendaags China.

   

Kijk- en luisterhulp

15.  Via de link hierboven is de hele documentaire niet alleen te bekijken, maar eventueel ook als bestand te downloaden. Maak hiervan gebruik als de internetverbinding hapert.

16.  Op de website van Holland Doc is veel achtergrondinformatie te vinden over de filmer en de gefilmden.

17.  Bij het verstaan van het Mandarijn heeft u steun aan de ondertiteling. Toch kan het lastig zijn om afzonderlijke woorden te herkennen, zeker als u dat doet via gangbare woordenboeken, die vrijwel altijd veronderstellen dat u ook weet met welke karakters die woorden worden geschreven. Een goed woordenboek dat aan dit bezwaar tegemoet komt is John DeFrancis' ABC Chinese-English comprehensive dictionary. Het geeft uitgesproken Mandarijn in een alfabetische lijst, ongeacht de karakter-schrijfwijze, met daarachter de Engelse betekenis. In de bibliotheek Sinologie is deze titel te vinden als handboek onder nummer L1 D1 (niet uitleenbaar).

Vragen en opdrachten

schriftelijk voorbereiden!
18.  
Waarom is op de site over De onverboden stad de link naar achtergrondinformatie voorzien van dit ikoon? En hoe zou u de titel van de documentaire in het Chinees vertalen?

19.  Bekijk de documentaire integraal (speelduur: 58'23").

20.  Zoals inmiddels bekend, is in de syntaxis de zin de grootste eenheid waarover iets zinnigs valt te beweren. Schrijf minstens drie zinnen uit de documentaire uit in Pinyin-transcriptie. (Dit mogen losse zinnen zijn, maar het is misschien bevredigender om te proberen opeenvolgende zinnen te transcriberen.)

21.  Voeg aan elk van deze zinnen uw eigen Nederlandse vertaling toe. (Deze mag, maar hoeft niet samen te vallen met de ondertiteling.)

22.  Doe over elk van de zinnen een syntactische bewering.

 Beperking: de documentaire bevat kleine stukjes waarin geschreven Chinees wordt voorgelezen. Deze fragmenten vallen buiten de opdracht; we beperken ons hier dus tot spontaan gesproken Mandarijn.


23.  Van de vorige bijeenkomst staan de opdrachten 11 tot en met 14 nog open; neem de uitwerkingen daarvan dus mee naar college.

24.  Zoals gemeld op het vorige college is de informatie over het BA-eindwerkstuk inmiddels bekend. Deze is in de e-studiegids na te lezen op de pagina over het BA-eindwerkstuk. Denk alvast na over wensen en mogelijkheden; het streven is om over twee weken duidelijkheid te hebben over wie wel of niet deze cursus aan het BA-eindwerkstuk wil koppelen.


voor 1 oktober

 tekst | leeshulp | opdrachten 
Materiaal & tekst
Leeshulp

25.  Naar aanleiding van vragen op de vorige bijeenkomst die zonder docent kunnen worden opgelost...

Wapen u met wat handboeken!

26.  Enkele conventies voor het maken van een taalkundig werkstuk staan in de schrijfwijzer. Lees deze alvast door, en kijk in ieder geval goed naar hoofdstuk 5, over het glossen van voorbeelden. De schrijfwijzer is ook afgedrukt in uw syllabus.

27.  In het overzicht aan het begin van de tekst (p. 185) vallen enkele technische termen, zoals valency, die verderop in de tekst nog uitgebreider aan bod komen. Vergelijk ook uw aantekeningen van 24 september, toen wij spraken over actants en het "toneelstukje" van het werkwoord naar aanleiding van Siu Yins vraag.

28.  Met de underlying word order van p. 186 wordt hetzelfde bedoeld als de original position of the V twee regels daaronder.

Vragen en opdrachten

29.  Naar aanleiding van opdracht 21 en 26:

Presenteer drie spreektaal-zinnen uit De onverboden stad, elk in de bekende drie-regelige vorm die we ook op college bespraken. Voeg over elk van deze zinnen een syntactische bewering toe.

Lever opdracht 29 op 1 oktober aan het begin van het college schriftelijk in. Let op netheid en schriftelijke conventies.

30.  Lees eerst de tekst in zijn geheel door. Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de tekst, zodat deze op het college behandeld kunnen worden. Beantwoord dan de vragen 31 t/m 39 hieronder. (Zoals eerder: schriftelijk uitwerken en meenemen naar college.)

31.  Voor de relatie tussen morfologie en syntaxis geldt volgens het tweede aandachtspunt op p. 185 dat zowel "syntactic constructs may form parts of complex words" als "syntax in turn governs the use of morphological case marking on words". Bedenk voor elk van deze gevallen minstens twee eigen voorbeelden in een taal naar keuze.

32.  Formuleer de "Verb Second"-regel van het Nederlands (p. 186) in uw eigen woorden en geef er voorbeelden bij. Wat voor zinnen voldoen niet aan deze regel? Geef ook daarvan voorbeelden.

33.  Op p. 187 wordt de morfologie van zuurkool behandeld, waarin "the adjective zuur is not inflected" - dat wil zeggen: het is niet zurekool, maar zuurkool. Is het ook denkbaar dat zuur geen adjectief is, maar een zelfstandig naamwoord? En zo ja: om wat voor zuur zou het dan gaan? Vergelijk voor uw argumenten bijvoorbeeld de manier waarop groene stroom, zwakstroom, vuurdoop, wittebrood en zuurwaren zijn gevormd.

34.  Omschrijf in uw eigen woorden en met een eigen voorbeeld dat "English does not inflect prenominal adjectives" (p. 187).

35.  Op p. 187 staat dat "in A + N compounds main stress is usually on the first constituent and in A + N phrases on the second, as in gréenhouse versus green hóuse". Het "usually" doet vermoeden dat er ook uitzonderingen zijn. Kunt u daarvan voorbeelden bedenken voor zowel de compounds als de phrases? En hoe werkt dit in het Nederlands?

36.  "Noun phrases with a determiner as parts of complex words" zijn volgens p. 189 "impossible in English and Dutch". Ga na of de onderstaande zinnen uitzonderingen hierop bevatten; probeer zowel voor- als tegenargumenten te geven. Denk bijvoorbeeld aan het speciale geval van eigennamen, die in elke taal een aparte positie innemen; en ook aan de zelfnoemfunctie, waarin een uitdrukking citerend wordt gebruikt.

a.  Aan het eind van de De Kempenaerstraat ga je rechtsaf.

b.  Met hun de-aanhouder-wint mentaliteit komen ze meestal een heel eind.

c.  Wat vind je van dat "dé bank"-motto van ABN AMRO?

d.  De Van der Waalskrachten zijn omgekeerd evenredig aan de zevende macht van de afstand tussen de deeltjes.

e.  John hit a nice down-the-line return of serve and Bill volleyed cross-court to John's forehand.

f.  It's just a run-off-the-mill heist movie.

g.  All of these conferences were held in out-of-the-way resorts.

37.  Aan het begin van § 8.2 (p. 190) wordt voor de zin John hit the ball. in "HIT, x, y" de variabele x gelijkgesteld aan John, en de variabele y aan the ball. Verder komen hier labels voor de semantische rollen van agent en patient aan bod. (Let op de de Nederlandse termen, die eindigen op een -s: agens en patiens.) De agens is degene die (of dat wat) de handeling uitvoert en de patiens is degene die (dat wat) de handeling ondergaat.

a. Ga na dat deze twee semantische rollen beide behoren tot de betekenis 'slaan' van het Engelse werkwoord hit. Geef nu een korte maar nauwkeurige omschrijving van deze twee deelbetekenissen. Met andere woorden: specificeer de beide semantische rollen voor het werkwoord hit.

b. Is het in het gegeven voorbeeld John hit the ball. nuttig om een onderscheid te maken tussen enerzijds deze twee deelbetekenissen en anderzijds de betekenissen van John en ball?

38. Ga na of in de volgende drie zinnen dezelfde semantische rollen zijn te onderscheiden voor het werkwoord hit.

a.  John hit the gas pedal. 'Jan trapte op het gaspedaal.'

b.  John hit an ace. 'Jan sloeg een ace.' (Een ace is een tennisopslag die niet door de tegenstander wordt teruggeslagen.)

c.  John hit twice. 'Jan sloeg twee keer.'

d.  John hit the road. 'Jan reed weg.'

e.  Small town John hits big time! 'Jan de Kleine Man maakt het helemaal!'


voor 8 oktober

 tekst | leeshulp | opdrachten 
Tekst

"Morphology and syntax: Demarcation and interaction": zie vorig college.

Leeshulp

Wapen u met wat handboeken!

– zie vorig college

Vragen en opdrachten

39.  Zoals aangekondigd in opdracht 24 is het tijd geworden om een keuze te maken of u dit BA3-focuscollege wenst te koppelen aan uw BA-eindwerkstuk. Lees de achtergrond hierover nog eens rustig na in de cursusinformatie in de e–Studiegids over het BA-eindwerkstuk.

Op 8 oktober hoor ik graag uw besluit hierover. Mocht u om enige reden verhinderd zijn om naar college te komen, laat mij dan per email voor of op die datum uw besluit weten.

40.  Enkele conventies voor de transcriptie van vormen, betekenissen en uitspraken zijn samengevat in de pagina's over taalkundige transcriptie; raadpleeg deze waar nodig bij de voorbereiding van volgende colleges. Deze handleiding en de bijbehorende oefening zijn ook afgedrukt in uw syllabus. De oefening hoeft u nu nog niet te maken, maar u kunt er op 8 oktober alvast vragen over stellen.

41. Van de opdrachten van 1 oktober was opdracht 39 nog over. Deze is hieronder omgenummerd tot 42. Maak voor 8 oktober de opdrachten tot en met 57 .

42. (was eerder: 39)  De bespreking op p. 191 maakt een onderscheid tussen enerzijds drie core arguments: agent, patient en goal; en anderzijds de overige deelnemers aan een handeling of gebeurtenis, de adjuncts die "always optional" zijn. Bepaal nu voor de volgende zinnen of, en zo ja welke arguments of adjuncts er te onderscheiden zijn. Geef net als in de vorige opdracht per argument of adjunct een omschrijving van de functie binnen de werkwoordsbetekenis.

a.  Ze schreven een bestseller.

b.  We schrijven 17 juli 1951.

c.   'Jij koopt boeken.'

d.   'Heb je ze gekocht?'

e.   'Heb je de boeken gekocht?'

f.  Blauw staat je niet.

g.  Een man een man, een woord een woord.

h.  Alle reizigers wordt verzocht hier uit- of over te stappen.

i.  Alle reizigers worden verzocht hier uit- of over te stappen.

43.  Op pp. 192-193 wordt de nominatieve en accusatieve naamvallen van het Duits vergeleken met het ergatieve systeem van het Dyirbal.

a.  Waar wordt het Dyirbal gesproken en hoeveel mensen spreken deze taal? Raadpleeg eventueel de pagina's over de talen van de wereld.

b.  Ga voor de voorbeelden (14) tot en met (18) na of u alle in de glossen gebruikte afkortingen thuis kunt brengen.

c.  Wat is in het Dyirbal het woord voor 'vader' in de zin 'Vader kwam terug.'? En wat is het woord voor 'vader' in de zin 'Vader zag moeder.'? Leg in uw eigen woorden uit hoe het komt dat deze twee woorden verschillen.


voor 15 oktober

 tekst | leeshulp | opdrachten 
Tekst

"Morphology and syntax: Demarcation and interaction": zie boven.

Leeshulp

Zoals beloofd geef ik nog even een link naar een overzicht van correctietekens om u te helpen bij het lezen van redactionele aanwijzingen in voorlopige versies van opdrachten en van het werkstuk: de Colorado Style Guide.

Dezelfde link is nu ook opgenomen in het kader met "Handige hulpjes" bovenaan en anderaan deze pagina.

Vragen en opdrachten

44.  Vriendelijk maar dringend verzoek: kom op tijd op college!

45.  Aankondiging: op 29 oktober verwacht ik van u een eerste aanzetje tot het werkstuk. Denk dus alvast na over een geschikt onderwerp; het belangrijkste is dat het iets is dat u boeit. Gebruik hiervoor ook de tijd in de collegevrije week (20-24 oktober). Kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment. Een afspraak maken via de mail werkt meestal het handigst.

46.  Opdracht 44 van de vorige keer is komen te vervallen, en de nummers hieronder zijn gewijzigd.

47.  Enkele conventies voor de transcriptie van vormen, betekenissen en uitspraken zijn samengevat in de pagina's over taalkundige transcriptie, die ook in de syllabus is afgedrukt. Bereid hiervan de bijbehorende oefening voor.

48.  Op p. 194 staat dat " the person-number properties of both the plural Agent and the singular Patient are marked on the verb"; deze twee argumenten zijn ook in de glossen terug te vinden.

a.  Geef op basis van deze gegevens een korte maar nauwkeurige betekenisomschrijving van de West-Groenlandse vorm taku-aat in voorbeeld (20a).

b.  Ter vergelijking: welk(e) argument(en) worden in het Nederlandse werkwoord gecodeerd? En in het Mandarijnse?

49.  Volgens de tekst op p. 195 betekent de passieve (=lijdende) voorbeeldzin (21) Je suis insulté par Jean. 'Ik word door Jan beledigd.' precies hetzelfde als de aktieve (=bedrijvende) zin Jean m'insulte. 'Jan beledigt me.'.

a.  Wat is in zin (21) de "demoted Agent"?

b.  Ga na of, en zo ja hoe, "the fact that the demoted Agent of the verbal predicate is semantically still available" bewijst dat "passivization [...] does not change meaning" (p. 195).

c.  Over deze semantische kwestie wordt door taalkundigen erg verschillend gedacht. Kunt u voor- en tegenargumenten bedenken?

50.  Het Nederlandse werkwoord dansen van voorbeeld (23) wordt daar als intransitief (=onovergankelijk) omschreven. Het begrip "intransitief" kan op minstens twee manieren worden opgevat. Soms wordt hiermee bedoeld dat het werkwoord in een gegeven zin geen object heeft. Een ander gebruik van "intransitief" is dat er bij een gegeven werkwoord überhaupt geen objecten geconstrueerd kunnen worden.

a.  Welke van de twee opvattingen wordt in deze tekst gehanteerd?

b.  Is het mogelijk om in voorbeeld (23) een object bij gedanst te construeren?

51.  Welke vorm heeft volgens voorbeeld (25) het index-suffix in het Ixil? En welke vorm heeft het instrumentele voorzetsel?

52.  Geef een letterlijke vertaling van voorbeeld (26b).

53.  Op pp. 197-199 wordt uitgelegd hoe naamwoorden geïncorporeerd kunnen worden. In het genoemde werkwoord voor 'brood maken' in het Tuscarora treedt het geïncorporeerde naamwoord voor 'brood' op als object bij 'maken', terwijl bij dit samengestelde werkwoord opnieuw een object zoals 'maïs' kan worden geconstrueerd. Kent u dergelijke voorbeelden ook uit het Nederlands? En uit het Mandarijn?

54.  Onderaan pagina 199 gaat het over causatieve werkwoorden. Waarom staat er dat de A (= Agent = agens) als veroorzaker optreedt van een gebeurtenis waarin "one or two entities" een rol spelen? Bedenk voor beide gevallen voorbeelden in een taal naar keuze.

55.  Leg in uw eigen woorden uit waarom "causativization has the effect of increasing the valency of words" (p. 200).

56.  Aan het begin van § 8.4 staat in voorbeeld (34) Jan is de aardappels aan het schillen het object de aardappels niet direkt voor het werkwoord schillen, maar voor de woordgroep aan het schillen, wat volgens p. 201 pleit voor de "unity of this aan het V-ing-construction". Beschrijf nu, mede op basis van § 8.3, wat er aan de hand is in zinnen zoals Jan is aan het aardappels schillen.

57.  Volgens p. 203 "neither the causative verb nor the main verb select a recipient themselves". Beschrijf hoe dit uitpakt voor het Nederlandse voorbeeld in (37).

58.  Beschrijf in uw eigen woorden wat een productief procédé is (p. 204); geef voorbeelden in een taal naar keuze, en geef ook voorbeelden van improductieve procédés.

59.  Beantwoord vraag 10 op p. 206.

60.  Uitsmijter - Bekijk de tekst in de blauwe ovaal in een krantenartikel over verkilling in de zorg (Telegraaf 15 sep 07, blz. TA1). Kunt u hierbij iets opmerken met betrekking tot valenties?


voor 29 oktober

 tekst | leeshulp | opdrachten 
Tekst

Ekaterina Yurievna Chirkova, "The topical particle le". In search of time in Peking Mandarin. Leiden: CNWS Research School, 2003, pp. 32-45.

Leeshulp

De grammatica's waarnaar in de tekst verwezen wordt ("Chao 1968, Li and Thompson 1981" enz.) zijn beschikbaar op de plank met handboeken in de Westerse afdeling van de bibliotheek van het Sinologisch Instituut.

Vragen en opdrachten

61.  Opdracht 59 behandelden wij nog op de valreep, waarmee van het vorige college alleen nog de "stofzuig-werkwoorden" van opdracht 53 overbleven.

Ik noemde in dat verband al iets soldaat maken; zie ook de uitleg hierover van de Taalunie. Noteer voor 29 oktober minstens twee andere voorbeelden uit het Nederlands, en minstens twee uit het Mandarijn. Tips:

62. Zoals aangekondigd in opdracht 45, verwacht ik op 29 oktober verwacht ik van u een eerste aanzetje tot het werkstuk, in te leveren bij aanvang van het college.

Op 15 oktober bespraken we al enkele mogelijkheden. Houdt dit begin thematisch beperkt; uitbreiden kan altijd nog! En zoals eerder gezegd: kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment. Een afspraak maken via de mail werkt meestal het handigst.

  • lever deze keer maximaal één geprint A4-tje in
  • schrijf geen opzet van uw plannen, maar maak direct een stukje lopende tekst dat u later kunt gebruiken of verwerken
  • zoals besproken: verzorg uw tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer

63.  Lees Chirkova's tekst eerst in zijn geheel door. Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen, zodat deze op het college behandeld kunnen worden.

64.  Wat is op p. 32 precies het verschil tussen "now" in het citaat van Li & Thompson en "a relative time marker, referring to the narrated time"? Is dit te illustreren aan de hand van voorbeeld (3.2)? Zo ja: hoe? Zo nee: geef dan een ander voorbeeld.

65.  Wanneer begint "Chinese linguistics after Chao" (p. 32)?

66.  Illustreer het verschil tussen homonymie en polysemie (p. 33) met eigen voorbeelden uit a. het Nederlands; b. het Engels en c. het Mandarijn: minimaal twee voorbeelden per taal.

67.  Vergelijk de voorbeelden (3.4) tot en met (3.7) op pp. 34-35. Welk nieuw feit wordt er gepresenteerd in (3.7), en welk fonologisch risico herbergt dit voorbeeld?

68.  Op p. 37 wordt het karakter gebruikt om ('stuk, plek'?) te schrijven. Check welke uitspraken en betekenissen van het karakter in uw woordenboeken staan. Ligt dit gebruik van het karakter voor de hand? Wordt in deze betekenis ook met andere karakters geschreven?

69.  Wat is op p. 40 de betekenis van in voorbeeld (3.19)? Is de transcriptie hier correct?

70.  Vat de conclusie op pp. 44-45 in uw eigen woorden samen en geef commentaar.

voor 5 november

Tekst

E.V. Clark, "Word choice and conceptual perspective". Mededelingen van de afdeling letterkunde, Nieuwe reeks, Deel 61 no. 11. Amsterdam: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, 1998

Vragen en opdrachten

71.  De auteur geeft verschillende voorbeelden van "lexical choices" die volwassen sprekers maken (pp. 5-6). Kunnen binnen dezelfde zin voor dezelfde referent verschillende lexicale keuzes worden gemaakt? En kan dat ook (als het antwoord "ja" was) of wel (als het antwoord "nee" was) op een systematische, grammaticale manier? Geef voorbeelden in het Nederlands.

72.  Beschrijf in uw eigen woorden op welke manier het woord "brick" (zonder cursief) in regel 21 verschilt van het woord "brick" (cursief) in regel 23.

73.  Teken eerst zelf een "bottle-which-may-be-a-stirrup", zoals besproken op p. 7. Vat vervolgens Clarks betoog over deze afbeelding samen.

74.  Kunt u voorbeelden noemen van "people presenting opposite perspectives" (p. 8):

(a) "in quarrels"?

(b) "in various kinds of negotiations, especially where the participants come from different cultures"?

(c) "in more formalised disputes"? (hint: TNT!MEN)

75.  Op p. 9 gaat het over kinderen "aged 1;0 to 1;6". Welke leeftijden worden hiermee bedoeld?

76.  Kunt u op basis van de discussie op p. 10 vaststellen of kinderen "from age 3;0 to 4;0" kunnen liegen"? En kunnen chimpanzees liegen?

77.  Geef in een taal naar keuze drie voorbeelden van "novel compound nouns to indicate greater specificity within familiar categories" in adult speech (p. 14).

78.  Wanneer zulke door kinderen verzonnen woorden afwijken van het volwassen taalgebruik, worden ze soms binnen gezinnen of families gecultiveerd. Kunt u zich zulke woorden herinneren uit uw eigen jeugd, of kent u ze uit uw omgeving? Geef per geval vorm en betekenis in een taalkundig verantwoorde transcriptie.

79.  Voor zover er tijd overblijft op 5 november is er (naast de besprekingen tussendoor) voor wie wil ook op die dag gelegenheid voor individuele vragen over het werkstuk; desgewenst kan dat aansluitend, d.w.z. na afloop van het college.



voor 12 november

 tekst | opdrachten 
Tekst

Berthold van Maris, "'In' en 'met' als grammaticaal skelet: Pieter Muysken over inhoudswoorden en functiewoorden." NRC Handelsblad, 3 november 2007, bijlage Wetenschap & onderwijs, p. 43.

Vragen en opdrachten

80.  Lever bij aanvang van het college een voorlopige versie van uw werkstuk in.

Verwerk hierin de aanwijzingen en opmerkingen die u tot nu toe heeft gekregen.

N.B. In tegenstelling tot de vorige keren telt deze inlever-opdracht telt niet mee in de berekening van het eindcijfer. De volgende week verwacht ik van u een korte mondelinge presentatie over het werkstuk; die presentatie telt wel mee.

Opdracht 80 is kortom vooral bedoeld om een stapje verder te komen in uw tekst, en mij de gelegenheid te geven u bij deze vorderingen te helpen.

81.  In het artikel van Van Maris staan in het kader "Versprekingen" twee voorbeelden. Noteer deze week zelf minimaal twee zinnen waarin een verspreking voorkomt van een moedertaalspreker in een taal naar keuze.

82.  Dit artikel was geschreven naar aanleiding van een nieuw boek van de geïnterviewde. Ga na wat u kunt vinden over diens achtergrond: opleiding, publicaties, aanstellingen, belangstellingen?

83.  In r. 21 lezen we: "Dit onderscheid tussen inhoudswoorden enerzijds en functiewoorden en functionele elementen anderzijds komt in allerlei taalverschijnselen voor.". Hoeveel inhoudswoorden, functiewoorden en functionele elementen komen er in die zin volgens u voor?

84.  Vertel in uw eigen woorden wat er in de rr. 51-53 wordt bedoeld met het onderscheid tussen "concrete betekenissen" en "abstracte betekenissen". Vergelijk hierbij ook r. 111 en rr. 243-250.

85.  Is "het onderscheid tussen inhouds- en functiewoorden" (rr. 63-64) een westerse traditie, of vinden we dit onderscheid ook in Chinese taalkundige analyses?

86.  Kunnen we over het nuttig effect van ontleningen (rr. 92-93) concluderen dat dit ontbreekt voor de Engelse leenwoorden cool, shit en yes! in het Nederlands (r. 101)? Leg uit waarom wel/niet.

87.  Bedenk zelf (dus: niet uit dit artikel of uit handboeken) voor elk van de elementen in de ontleningshiërarchie van rr. 106-110

88.  In de regels 120-127 wordt een patroon beschreven van de vermenging van twee talen. Probeer deze week een tweetalig persoon (desnoods uzelf, als u tweetalig bent) te betrappen op dit patroon. Schrijf de gevonden zin(nen) uit in drie regels op de inmiddels bekende manier: vorm, glossen en betekenis. Op het college kan u gevraagd worden zinnen op het bord te demonstreren.

89.  "De functiewoorden zijn grotendeels opnieuw geconstrueerd" (r. 149); wat wordt hiermee bedoeld?

90.  In rr. 174-177 worden voorzetsels voorgesteld als een "tussencategorie" tussen inhouds- en functiewoorden. Hoe zit dat in het Mandarijn met bijwerkwoorden (coverbs)? Zijn er ook "echte" voorzetsels in het Mandarijn, d.w.z. zijn bijwerkwoorden in deze taal te onderscheiden van voorzetsels? Zo ja: hoe? En zo nee: waarom niet?

91.  Volgens rr. 185-187 zijn "functiewoorden meestal korter dan inhoudswoorden".

92.  In rr. 198-200 staat "dat het werkwoord de spil is waaromheen de zin wordt opgebouwd." Geef commentaar:

93.  In dit artikel ligt de nadruk op woorden: het gaat over inhoudswoorden tegenover functiewoorden. Zijn er ook onderdelen van de taal die dezelfde functie hebben als functiewoorden, maar geen woorden zijn? En geldt daarvoor ook dat kinderen deze onderdelen leren nadat ze inhoudswoorden hebben geleerd (rr. 201-205)? Of behoren deze onderdelen tot de uitzonderingen (rr. 205-210)?
| Hint bij het beantwoorden van deze vraag: probeer te bedenken wat kinderpsycholoog Roger Brown met "dimensies" bedoelt (rr. 210-219).

94.  In rr. 254-266 worden de klankeigenschappen van functiewoorden in het Nederlands en in het Quechua besproken.

95.  Van het Nederlandse woord ster worden in rr. 280-289 twee "dimensies" met elkaar vergeleken: de grammaticale eigenschappen en de betekenis. In rr. 324-334 is geïllustreerd dat deze dimensies in principe autonoom zijn. Kunt u die autonomie ook bevestigen aan de hand van dit voorbeeld ster?

96.  Wat betekent de bewering dat woorden zoals ja, hallo en auw "geen grammatica" hebben (rr. 299-300)?

97.  Vergelijk de twee laatste alinea's van het artikel. Zijn deze met elkaar in overeenstemming, of spreken ze elkaar juist tegen?



voor 19 november

Vragen en opdrachten
98

U heeft ondertussen meerdere keren commentaar gekregen op de werkstuk-plannen. Op woensdag 19 november wordt van u een korte presentatie verwacht over uw onderwerp. Deze presentatie wordt ook beoordeeld als deelopdracht ("referaat").

Aandachtspunten:
  • houd er rekening mee dat per presentatie slechts vijf à tien minuten beschikbaar zijn; oefen en klok dit eventueel van tevoren
  • in dat verband is het ook handig om handouts voor de deelnemers klaar te hebben: dat bespaart schrijfwerk op het bord!
  • presenteer in ieder geval uw onderzoeksvraag, enkele voorbeelden (met bronvermelding) en de voorgestelde werkwijze (methodologie)
  • ga uit van een verstandig maar niet-sinologisch publiek: uw collega-student geschiedenis moet het ook kunnen begrijpen!



voor 26 november

Vragen en opdrachten

Deze week behandelen we rest van de tekst van Clark: vanaf opdracht 88 tot het eind, opdracht 97.



voor 3 december

Werkstuk
99

Vandaag kunt u uw werkstuk inleveren, maar dit is niet verplicht.

Zoals eerder besproken en in de syllabus vermeld is de officiële inleverdatum voor het inleveren van het werkstuk van dit college maandag 19 januari 2009.

Alléén voor wie het BA-eindwerkstuk schrijft in het kader van dit college geldt als uiterste inleverdatum vrijdag 23 januari 2009.

Zie verder syllabus en studiegids.


Excursie

100.  In dit laatste college maken wij een excursie langs taalkundige bezienswaardigheden in onze faculteit. U hoeft niets voor te bereiden.


handige hulpjes

 software  schrijfwijzer  talen van de wereld
 terminologie  Colorado Style Guide  taalkundige transcriptie
     e-ANS


laatste wijziging 28 november 2008

home