BA-3 cursus 2012-2013

CHINESE SYNTAXIS

Jeroen Wiedenhof

algemene informatie


tijd en plaats


handige hulpjes

 software  schrijfwijzer  talen van de wereld
 terminologie  Colorado Style Guide  taalkundige transcriptie
     e-ANS

inhoud, teksten en opdrachten


BLOK 1: week 1 | week 2 | week 3 | week 4 | week 5 | week 6 |

BLOK 2: week 1 | week 2 | week 3 | week 4 | week 5 | week 6 |

In de collegeperiode wordt deze pagina
wekelijks op vrijdag om 9 uur 's ochtends ververst
Druk op F5 als de nieuwste versie niet verschijnt


BLOK 1

week 1 (12 sep 12)

Inleiding

De reader bij dit college, Chinese en algemene taalwetenschap, is verkrijgbaar via Print-on-Demand bij het Studiepunt, begane grond Lipsius.

Je hebt deze reader nodig om de colleges vanaf week 2 voor te bereiden.


week 2 (19 sep 12)


Tekst

R.H. Robins, "Syntactic Analysis". In Eric P. Hamp, Fred W. Householder en Robert Austerlitz, redactie, Readings in Linguistics II, Chicago: University of Chicago Press, 1966, pp. 386-395. Herdrukt uit Archivum linguisticum, Volume 13, 1961, pp. 78-89

Leeshulp

1.  De Franse uitdrukking trancher dans le vif (p. 391) betekent letterlijk 'in het vlees snijden' en figuurlijk 'harde maatregelen nemen'.

2.  De Griekse uitdrukking (p. 392) betekent letterlijk 'de vroeger-mensen', en vandaar 'de Ouden'.

Vragen en opdrachten

schriftelijk voorbereiden! raadpleeg onze huisregels

3.  Op 12 september behandelden wij het overzicht van de Sinitische talen. (Check: wat betekent "Sinitisch" precies?) Daarbij werd kort genoemd dat de taal Xiāng 湘 dezelfde naam heeft als de Xiāng-rivier, en dat hetzelfde Xiāng ook de klassieke/traditionele/formele naam is van de provincie Húnán.

Ga nu na welke van de zeven op college behandelde Chinese namen van Chinese streektalen ook in gebruik zijn als traditionele provincienaam (dus: met polysemie). Zie daarvoor bijvoorbeeld dit provincieoverzicht.

4.  Ter info: we bespraken in de bibliotheek kort Mandarin Blue, het boek over de Britse militaire luistervinken in Hongkong ten tijde van de Koude Oorlog.

Het exemplaar van de bibiotheek staat inmiddels ter inzage op de leesplank "Wiedenhof" in de East Asian Library. Zie ook meer achtergrond over "The school leavers sent to spy on China".

5.  Lees eerst het artikel "Syntactic Analysis" in zijn geheel door. Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen met de tekst, zodat deze op het college behandeld kunnen worden.

6.  Wat betekenen de volgende Engelse termen: word, phrase, clause, sentence?

7.   Wat houdt "contemporary grammatical theorizing" (p. 386) in?

8.  Wat was de reden dat in Amerikaanse indianentalen "the word as a traditional orthographic entity was almost always lacking" (p. 386)?

9.  Hoe zou het komen dat "traditional grammar" zich minder met syntaxis bezighield, en een "preoccupation with morphology" (p. 389) had?

10.  "Tesnière [...] regards the basic elements of his syntax as universal" (pp. 389-390): kun jezelf voorbeelden van syntactische relaties bedenken die vermoedelijk universeel zijn?

11.  Geef vijf voorbeelden van Tesnière's mots vides in het Mandarijn (p. 391). Deze woorden hebben een "grammatical use" (ibid.). Is er iets meer te zeggen over het type betekenissen van deze categorie?

12.  Robins heeft het over "first degree translation" (p. 391). Waarom zou hij hier en elders het woord translation cursiveren?

13. Wat wordt bedoeld met emphatic en unemphatic personal pronouns in het Frans (p. 392)? 

14.  Kun je een voorbeeld noemen van het bedrijven van syntaxis "based on logical [...] considerations" en "extralinguistic appeals" (p. 393)?

15.  Wat wordt bedoeld met "languages of the type represented by Chinese" (p. 395)? Ken je een naam voor dit type talen?

16.  Hoe zou je het genre van dit artikel omschrijven?

17.  Zoek in de e-journals van de EAL (East Asian Library) het volgende artikel op: Qing ZHANG, "Cosmopolitan Mandarin: Linguistic practice of Chinese waiqi professionals", Journal of Asian Pacific Communication, Volume 16, No. 2 (2006), pp. 215–235. Kijk of het lukt om dit artikel in PDF-vorm te verkrijgen.

18. Ter oriëntatie op de mogelijkheden voor werkstukken: zie de pagina van het Yùhú-project.

19.  Zoals bekend bestaat ook binnen dit BA3-focusvak de mogelijkheid het BA-eindwerkstuk te schrijven. Lees de details hierover op de pagina over het BA-eindwerkstuk van de e-studiegids.

Denk alvast na over wensen en mogelijkheden; het streven is om uiterlijk in week 4 van deze cursus duidelijkheid te hebben over wie wel of niet deze cursus aan het BA-eindwerkstuk wil koppelen


week 3 (26 sep 12)

Tekst
Opdrachten

schriftelijk voorbereiden! raadpleeg onze huisregels

20.  Eerst lachen, dan nadenken: zie over de op college besproken Ig Nobelprijzen de website van de Ig Nobel Night; daar staan inmiddels ook de uitslagen vermeld.

21.  Hessel, Oymang en Yi-Yu: je eigen antwoorden bij de opdrachten 6 t/m 16 schriftelijk inleveren aan het begin van het college.

22.  Overgebleven van vorige week: de opdrachten 15 en 17.

23.  Lees § 2 "Spraakklanken en filologie" en § 3 "Vorm en betekenis" uit het artikel Taal in wording (daarvan dus alleen pp. 24 tot en met 26). Ga daarbij ook na of je alle details van Figuur 1 begrijpt. Noteer eventuele vragen en neem deze mee naar college.

24.  We hebben het al even gehad over het belang van een consequente transcriptie voor teksten over taal.

Op college zal je gevraagd worden deze zinnen op het bord voor te doen.

25.  Eerder deze week zijn in China nieuwe richtlijnen voor de naamgeving van treinstations uitgevaardigd; zie ook dit voorbeeld met foto.


week 4 (3 okt 12)


geen college vanwege Leidens Ontzet


Opdrachten

26.  Overdenk deze week nog eens de optie om in het kader van dit focusvak het BA-eindwerkstuk te schrijven.

In verband met de de viering van Leidens Ontzet is de deadline een week uitgesteld. Uiterlijk in week 5 van deze cursus moet je aangeven of je deze cursus aan het BA-eindwerkstuk gaat koppelen.

De volgende opdracht (27) moet schriftelijk worden ingeleverd bij aanvang van het college van 10 oktober.

Voor al het in te leveren werk geldt:

  • niet digitaal aanleveren maar geprint op papier
  • lever in bij aanvang van het college, of leg het werk voor die tijd in mijn postvak.
  • ingeleverd werk krijg je retour voorzien van mijn aantekeningen
  • deze lijst van redactionele wijzigingstekens kan helpen bij het lezen van mijn opmerkingen
  • je kunt altijd een afspraak maken om e.e.a. na te bespreken
  • verzorg je tekst; denk bijvoorbeeld aan zaken als naam, datum en collegekaartnummer

27.  Geef je transcriptie van de tien zinnen uit opdracht 24 hierboven.

28.  Alleen voor Ling Fong: ook je beantwoording van de beide bullets hieronder schriftelijk inleveren aan het begin van het college van 10 oktober. – Zie verder de details hierboven over het aanleveren van schriftelijk werk.


week 5 (10 okt 12)


Tekst

"Subject" (= hoofdstuk 5, pp. 98-116) uit Bernard Comrie, Language universals and linguistic typology: Syntax and morphology. Oxford: Basil Blackwell, first edition 1981, reprinted with corrections and additions 1983.

Leeshulp

Naar aanleiding van de discussie van 19 september verdiepen we ons in betekenissen met meerdere actanten, zoals werkwoordelijke betekenissen.

In de betekenis 'schrijven' kan bijvoorbeeld een schrijver, een aangeschrevene en iets geschrevens worden onderscheiden, zoals in de zin Ze schreven haar een rekening. . Dergelijke actanten worden ook valenties en argumenten genoemd, hoewel het gebruik van deze termen niet altijd samenvalt.

De tekst van deze week behandelt de status van het subject in de werkwoordelijke betekenissen van zeer verschillende talen. Dergelijke kwesties zijn relevant voor de vergelijking van het Mandarijn en het Nederlands, omdat ook de subjecten in deze twee talen semantisch sterk verschillen.

Opdrachten

denk aan de inleveropdrachten!

zie onder week 4


29.  Zoals ondertussen bekend vergen de huiswerkopdrachten schriftelijke voorbereiding. Let daarbij vanaf deze week ook op consequent gebruik van een taalkundige transcriptie. En laat ook weten over welke gevallen je twijfelt!

30.  Lees Comrie's tekst en neem je aantekeningen hierover mee naar het college.

31.  De voorbeelden op p. 98 komen uit het Chukchi. Waar wordt deze taal gesproken? (Tip: zie Handige hulpjes, boven aan deze pagina.)

32.  Teken een schema of tabel waarin je voor het Engels en het Chukchi de gegevens vastlegt uit de eerste alinea van p. 99.

33.  De eerste zin op p. 100 houdt duidelijk een slag om de arm. Wanneer klopt het niet dat "verb agreement is determined by the noun phrase that follows there is/are"? Geef een voorbeeld.

34.  Twee van de drie punten midden op p. 100 beginnen met "we are not committed to the view that...". Wat betekent deze Engelse zinswending?

35.  Bedenk eerst waarom voor know onderaan p. 100 de omslachtige term "non-third person singular verb" wordt gebruikt. Beantwoord dan naar keuze a of b:

a.  Vertaal de term, en bedenk of hier nu wel of niet het meervoud mee wordt aangeduid.  of

b.  Geef aan hoe de term zelf moet worden geanalyseerd: (1)  [[non-[third person]] singular] verb  of (2)  [non-[[third person] singular]] verb  of (3)  non-[[[third person] singular] verb]

36.  Check voor de twee voorbeelden onderaan p. 100 of inderdaad "the plural verb were does not agree with the agent", c.q. "the non-third person singular verb is not in agreement with the topic".

37.  Geef een voorbeeld uit het Nederlands ter illustratie van de bewering in de laatste zin van de eerste alinea op p. 101.

38.  Op p. 101 wordt beweerd dat "there is no set of necessary and sufficient conditions that an object must satisfy in order to be called, for instance, red".

a.  Zou deze uitspraak betrekking hebben op sprekers van verschillende talen of op sprekers van dezelfde taal?

b.  Wat kan deze bewering voor de semantiek van natuurlijke talen betekenen?

39.  P. 103 bovenaan: geef vorm en betekenis van het Russische meervoud van 'één'. Ken je andere talen waarin bij een uitdrukking voor 'één' een meervoud wordt gevormd?

40.  De tabel op p. 103 toont duidelijk dat in het Russisch grote getallen tot een andere woordsoort neigen te horen dan kleine getallen. Ken je dit verschijnsel ook uit het Mandarijn?

41.  Op p. 104 staat dat "agent and topic are logically independent notions and need not coincide in a given sentence". Geef een voorbeeld van zo'n zin in het Mandarijn.

42.  Bovenaan p. 105 worden de argumenten van een transitieve constructie geen van beide S genoemd, "to avoid circularity". Onderaan dezelfde alinea wordt gesteld dat "the transitive verb see behaves morphologically and syntactically just like the action transitive verb hit", zodat aan see alsnog een A een P worden toegekend. Is de constatering dat deze A en P "syntactic terms" zijn misschien wel circulair?

43.  Wat betekent op p. 106 r. 12 "coreferential"?

44.  De voorbeelden op p. 106 komen uit het Dyirbal. Waar wordt deze taal gesproken?

45.  Omschrijf in je eigen woorden het verschil tussen het Dyirbal en het Engels dat op p. 106 wordt besproken.

46.  P. 107 "non-pronominal noun phrases [...] do not have a morphological nominative-accusative distinction": geef voorbeelden en ga na of dit klopt.

47.  Op p. 108 wordt het Yidiny genoemd. Waar wordt deze taal gesproken?

48.  Wat betekent "voice" op p. 108, r. -7?

49.  Vergelijk voorbeelden (25) en (26). Waarom wordt hierover op p. 109 beweerd dat "the infinitive construction works on the nominative-accusative system"?

50.  Op p. 110 wordt in voorbeeld (28) een allative naamval geciteerd. Wat is dat?

51.  Waar worden het Nivkh van p. 112 en het Tagalog van p. 114 gesproken?

52.  Uitsmijter – bekijk eerst de volgende collage:

Hoi Lee, met mij.

De Nederlandse tekst in het derde plaatje kan ook zo worden opgelezen dat de grap niet goed werkt.

a.  Bedenk hoe zo'n lezing klinkt, en wat deze betekent.

Deze niet-werkende lezing is lezing (2); de door Kakhiel bedoelde, wel-werkende lezing noemen we lezing (1).

b.  Ga na dat de grap is gebaseerd op het feit dat lezing (1) twee verschillende betekenissen heeft.

c.  Transcribeer deze twee betekenissen van lezing (1).

d.  Ga na of de twee betekenissen van lezing (1) beide een zin vormen. Zo ja: waarom? Zo nee: waarom niet?

e.  Geef een fonologisch verschil aan tussen lezing (1) en lezing (2).

f.  Geef een syntactisch verschil aan tussen lezing (1) en lezing (2).

 

week 6 (17 okt 12)


N.B: LAST-MINUTE WIJZIGING IN ONS PROGRAMMA

DE DRIE INLEVEROPDRACHTEN (61, 62, 63) BLIJVEN STAAN: NEEM DIT WERK DUS MEE!

Zie voor meer details het emailbericht van 16 oktober


TWEE LEZINGEN: verplicht voor deelnemers aan dit college

N.B. ZAAL: VRIESHOF 4/007 – Wees op tijd!


LEZING 1: 13u15-13:55 Franziska Scholz (title TBA)

Franziska Scholz zal op donderdag 18 oktober in Leiden haar proefschrift verdedigen

LEZING 2: 13:55-14:35 Lisa Cheng: "Spelling out Syntax"

Lisa Cheng is hoogleraar Algemene taalwetenschap aan het LUCL in Leiden

Na afloop van deze lezingen sluiten wij gezamenlijk af in onze eigen collegezaal.


Geluidsmateriaal
 

Partnermarkt in Peking

 


Kijk- en luister- en schrijfhulp

53.  Op de website van 土豆网/tudou.com is het origineel te vinden. Het hele nieuwsverslag "Partnermarkt in Peking" is ook als mp4 te beluisteren/bekijken, en te downloaden.

Let op: de resolutie van het beeld is laag. Dit sluit prima aan bij een van de leerdoelen van dit college. Bij een taalkundige benadering van taal moet je immers meer op je oren vertrouwen en minder op je ogen.

54.  Bij het verstaan van het Mandarijn kun je steun hebben aan de ondertiteling, Maar dit voordeel heeft ook een nadeel, want die ondertiteling is natuurlijk nooit als taalkundig hulpmiddel bedoeld geweest. Daardoor kan het lastig zijn om het Mandarijn echt te verstaan.

55.  Wat je niet verstaat is niet altijd gemakkelijk op te zoeken in Chinese woordenboeken, omdat die vrijwel altijd veronderstellen dat je ook weet met welke karakters die woorden worden geschreven.

Een goed woordenboek zonder dit bezwaar is John DeFrancis' ABC Chinese-English comprehensive dictionary. Het geeft uitgesproken Mandarijn in een alfabetische lijst, ongeacht de karakter-schrijfwijze, met daarachter de Engelse betekenis. In de Oost-Azië-bibliotheek is deze titel te vinden als handboek onder nummer L1 D1 (niet uitleenbaar).

Vragen en opdrachten

56.  Yi-Yu: graag even contact opnemen; zie mailbericht van 11 oktober.

57.  Denk alvast na over onderwerpen voor een werkstuk.

Kom desgewenst even langs mijn kantoor om een en ander te bespreken, of maak per email hiervoor een afspraak.

58.  Overgebleven van de vorige keer: de opdrachten 42 tot en met 52.

59.  Bekijk het nieuwsverslag integraal (speelduur: 1'37").

60.  Hoe spreek je 相亲 uit, en welke betekenissen heeft het? Het verslag gaat over een 相亲会 'partnermarkt'. Spreek je dit uit als xiāngqīnhuì of als xiàngqīnhuì?

De volgende drie opdrachten (61, 62, 63) moeten schriftelijk worden ingeleverd bij aanvang van het college van 17 oktober.

Zie ook week 4 over de wijze van aanleveren.

61.  Zoals inmiddels bekend, is in de syntaxis de zin de grootste eenheid waarover iets zinnigs valt te beweren.

Schrijf minstens drie zinnen uit dit nieuwsverslag uit in Pinyin-transcriptie. (Dit mogen losse zinnen zijn, maar het is misschien bevredigender om te proberen opeenvolgende zinnen te transcriberen.)

62.   Voeg aan elk van deze zinnen je eigen Nederlandse vertaling toe. (Deze mag, maar hoeft niet overeen te stemmen met de ondertiteling.)

63.  Schrijf over elk van de zinnen een syntactische bewering op.



BLOK 2


week 1 (31 okt 12)


Vragen en opdrachten

64.  Overgebleven van de vorige keer: de opdrachten 57 tot en met 60.

65.  Klassikale bespreking op basis van de werkstukplannen:

66.  Zoals aangekondigd moet je op 31 oktober ook een eerste aanzetje tot het werkstuk inleveren.

Houdt dit begin thematisch beperkt; uitbreiden kan altijd nog! En zoals eerder gezegd: kom gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatste moment. Een afspraak maken via email werkt meestal het handigst.

  • lever deze keer maximaal één geprint A4-tje in
  • je mag deze eerste keer desgewenst meerdere onderwerpen voorstellen om later uit te kiezen
  • verwerk (per onderwerp) minimaal één voorbeeld! – d.w.z. een woord, zinsdeel, of zin uit de taal die je behandelt
  • schrijf geen opzet van je plannen, maar maak direct een stukje lopende tekst dat je later kunt gebruiken of verwerken

Lever opdracht 66 schriftelijk in bij aanvang van het college van 31 oktober, of leg het voor die tijd in mijn postvak.

Zie ook week 4 over de wijze van aanleveren.


67. 

Vooraankondiging: op woensdag 14 november (week 3 van blok 2) wordt van elke deelnemer een korte presentatie (vijf minuten) verwacht over het onderwerp van het werkstuk. Deze presentatie wordt ook beoordeeld als deelopdracht ("referaat").

68.  Klassikale bespreking van de twee lezingen van 17 oktober:

(a) Neem je aantekeningen en vragen over de lezingen mee naar de klas.

(b) Check je begrip van de volgende termen: coarticulatie, morfosyntactische structuur (zie ook het glasvijl-voorbeeld) , appositie/appositief, uitbreidende en beperkende bijzin.



week 2 (7 nov 12)


Tekst

Op verzoek: Stephen Matthews & Virginia Yip, "Aspects of contemporary Cantonese grammar: The structure and stratification of relative clauses". In: Hilary Chappell (red.), Sinitic grammar. Oxford: Oxford University Press, 2001, pp. 226-281.

Leeshulp

69.  Zoals je aan de transcriptie van de Kantonese voorbeelden direct kunt zien, vertoont het klanksysteem van het Kantonees grote verschillen met de Mandarijnse fonologie.

Een overzicht van de Kantonese spraakklanken is ook in de syllabus van deze cursus te vinden, in het direct voorafgaande artikel: "Phonology: The Cantonese sound system" = hoofdstuk 1 van Stephen Matthews & Virginia Yip, Cantonese, A comprehensive grammar. London: Routledge, 1994, pp. 1-30.

Die tekst is dus van dezelfde twee auteurs, maar gebruikt een ander transcriptiesysteem. Zie voor een vergelijking van deze systemen bijvoorbeeld WikiBooks: Cantonese/Romanization Systems.

70.  Op p. 268 zijn de labels H(igh) en L(ow) bedoeld in sociologische zin, dat wil zeggen: keurig en deftig tegenover gewoon en platvloers.

71.  Check ook je begrip van de volgende termen; noteer eventuele problemen hiermee.

p. 266: Yue varieties (zie ook Blok 1), typological (tegenover genetic: zie ook Blok 1); restrictive relative clause (vergelijk 68b), anachronistic

p. 267: skewed correspondences (uit Yuen Ren CHAO's artikel "Ambiguity in Chinese", ook in de reader; vergelijk opdracht 6a van het BA2-college Taalvariatie), head-initial structure

p. 268: stratification, diglossia

p. 270: diachronic, synchronic

p. 271: cognate

p. 274: object relative

p. 275: temporary ambiguity (dus niet: temporal ambiguity!)

p. 278: be specified for

Vragen en opdrachten

72.  We hebben nog een week voor het referaat, maar denk er alvast over na. De opdracht daarover is momenteel te lezen onder nummer B in de sectie "toekomstig materiaal / later te behandelen" onderaan deze pagina.

73.  Lees de tekst en neem je aantekeningen hierover mee naar het college.

74.  Op p. 266 wordt "the influence of spoken Mandarin" op het Kantonees besproken.

(a)  Als voorbeeld noemen de auteurs de afwisseling tussen high level en high falling voor de Kantonese eerste toon. Als je dit verschijnsel niet kunt plaatsen, zie dan de Leeshulp, onder nummer 69 hierboven.

(b)  Bij taalcontact zie je meestal beïnvloeding in beide richtingen. Kun je zelf voorbeelden noemen van Kantonese invloeden op het Mandarijn? Je hoeft je hierbij niet tot de spraakklanken te beperken: syntactische, morfologische of lexicale gevallen zijn net zo welkom.

75.  Noot 1 op p. 267 gaat over het JyutPing. Hoe spreek je deze naam uit, en wat betekent dit letterlijk? (Tip: zie de Leeshulp, onder nummer 70 71 hierboven.)

76.  Over p. 267 voorbeeld (3) 魚生: op welke manier zou een spreker van het Mandarijn geneigd zijn de samenstelling yúshēng op te vatten? Anders gezegd: beschrijf 魚生 voor het Mandarijn in (morfo)syntactische termen. En nog anders gezegd: leg het verband tussen de betekenissen van de samenstellende delen en de samenstelling als geheel.

Als je wilt, kun je in deze opdracht de Mandarijnse variant laten vallen en in plaats daarvan hetzelfde doen voor de Kantonese uitdrukking jyu4saang1 'rauwe vis' van voorbeeld (3).

77.  Over p. 268 voorbeeld (7): kun je deze dezelfde syntactische constructie ook in het Mandarijn gebruiken? Zo ja: herschrijf voorbeeld (6) volgens deze constructie en geef de bijbehorende betekenis. Zo nee: wat is precies het bezwaar?

78.  Op p. 271 is sprake van written Chinese, Mandarin en standard Chinese. Gaat het steeds om dezelfde taal?(Tip: zie ook p. 273)

79.  In voorbeeld (17) vind je Chinese syntaxis die afwijkt van het Mandarijnse model. Schrijf in je eigen woorden op wat het Kantonees hier precies doet.

Laat je hierbij niet in verwarring brengen door het karakter 嗰 omdat het lijkt op 個. Met 嗰 wordt het Kantonese aanwijzende voornaamwoord go2 'die, dat' geschreven. Het karakter 個 wordt in het Kantonees gebruikt voor het maatwoord go3 'exemplaar', zoals in voorbeeld (22).

80.  Omschrijf in je eigen woorden wat volgens Matthews & Yip het probleem is met de methodologische status van voorbeeld (20) op p. 273.

81.  Op p. 274 staat: "this however, entails a source structure as in (23)". Ga na of dit inderdaad "entails". Zo ja, waarom? En zo nee, waarom niet?

82.  Op p. 274 wordt voorbeeld (24) opgevat als "a 'Mandarinism' in the same way as (20) discussed above". Ga na in hoeverre dit klopt.

83.  Onderaan p. 274 komt iets opmerkelijks: "a phrase [... that] can function either as a main clause, or as an object relative". Vergelijk hiervoor ook voorbeeld (17).

(a)  Hoe zou je de zojuist geciteerde tekst in het Nederlands vertalen?

(b)  Geef voor beide syntactische lezingen, dw.z. als "main clause" en als "object relative", een taalkundige ontleding (woordsoorten) en een redekundige ontleding (functies binnen de zin).

(c)  Kun je in andere talen voorbeelden van zo'n syntactische dubbel-lezing geven?

84.  Volgens de tekst onderaan p. 275 is het problematisch om zin (26) zo te analyseren dat de zin keoi5 coeng3 go2 sau2 go1 'zij zingt dat liedje' optreedt als nominale woordgroep .

(a)  Welke reden(en) geven Matthews en Yip hiervoor?

(b)  Kun je zelf andere redenen bedenken? En/of tegenargumenten?

85.  Op p. 277-278 verschillen de Engelse vertalingen van de voorbeelden (35) en (36). Een dergelijk onderscheid zagen we ook voor de voorbeelden (17) en (18).

(a)  Breng dit onderscheid onder woorden.

(b)  Ken je uit het Mandarijn een vergelijkbaar onderscheid?

86.  Beschrijf in je eigen woorden hoe volgens de beschrijving op p. 279 ("areal typology") het Kantonese gebruik van maatwoorden zich verhoudt tot talen in de omgeving.

87.  Op p. 280 is in voorbeeld (47) de "New Cantonese" constructie geïllustreerd van een maatwoord in combinatie met ge3 嘅.

Op p. 281 wordt deze constructie "'pseudo-H'" genoemd.

Kun je voorbeelden noemen van syntactische "pseudo-H"-verschijnselen in het Nederlands?



week 3 (14 nov 12)


Opdrachten

88. 

Iedereen heeft ondertussen een of meerdere keren commentaar gekregen op de werkstuk-vorderingen.

 

Op woensdag 14 november geeft elke deelnemer een korte presentatie over het onderwerp van het werkstuk. Deze presentatie wordt ook beoordeeld als deelopdracht ("referaat").

 
 

Aandachtspunten:

  • geef in de presentatie minimaal een onderzoeksvraag en een werkwijze (methodologie)
  • houd er rekening mee dat per presentatie maximaal vijf minuten beschikbaar zijn; oefen en klok dit van tevoren!
  • je moet een geprinte handout aan elk van de deelnemers uitreiken: breng negen stuks mee
  • powerpoints mogen wel, maar alleen na tijdig overleg; gezien de beperkte tijd is het schoolbord handiger
  • presenteer in de handout in ieder geval twee voorbeelden, met bronvermelding; en liefst geglost, d.w.z. in de bekende drie-regelige vorm
  • ga steeds uit van een verstandig maar niet-sinologisch publiek: je collega-student geschiedenis moet het kunnen begrijpen!

89.  Het artikel over het Kantonees was op aanvraag uit de klas. Ga alvast in de reader na of je ook voorkeuren hebt voor de leesstof in de komende weken.



week 4 (21 nov 12)


Tekst

Op verzoek: Yuen Ren Chao, "Ambiguity in Chinese". Uit Anwar S. Dil, Aspects of Chinese sociolinguistics: Essays by Yuen Ren Chao, Stanford: Stanford University Press, 1976, pp. 293-308. Oorspronkelijk verschenen in Søren Egerod en Else Glahn, red., Studia serica Bernhard Karlgren dedicata, København: Ejnar Munksgaard, 1959, pp. 1-13.

Opdrachten

90.  Overgebleven van week 2: de opdrachten 83c tot en met 87 over het Kantonees.

91.  Zoek (via bibliotheekcatalogi, zoekmachines) antwoord op de volgende vragen:

92. Hoe heet het transcriptiesysteem dat Chao in dit artikel gebruikt? Waarom gebruikt hij niet gewoon Pinyin?

93. Zijn de volgende paren van uitdrukkingen voorbeelden van

a. een 'Z-relatie', dat wil zeggen wat Chao een skewed relationship noemt?

b. homonymie?

c. polysemie?

d. of: geen van deze drie gevallen?

94. 

Vooraankondiging: op woensdag 28 november (week 5 van blok 2) moet elke deelnemer een eerste tekstversie van het werkstuk inleveren. Deze versie wordt ook beoordeeld als (laatste) deelopdracht. Kom ondertussen gerust langs om plannen en ideeën te bespreken, maar wacht daarmee niet tot het laatst. Een afspraak maken via de mail werkt meestal het handigst.

95.  Ga in de reader na of je nog meer voorkeuren hebt voor de leesstof in de komende weken.

96.  Uitsmijter: Ga eerst aan de hand van de volgende link na dat glasvijl in het Nederlands minimaal twee betekenissen heeft:

glasvijl

a.  Check je terminologische kennis: is er tussen glasvijl in de eerste betekenis en glasvijl in de tweede betekenis sprake van synonymie, polysemie of homonymie?

b.  Ga voor elk van de twee betekenissen na wat de relatie tussen glas- en -vijl is.

Omdat glasvijl meestal eerder als een woord dan als een woordgroep (Engels: phrase) wordt beschouwd, behoort de beschrijving van de syntactische relatie tussen de elementen glas en vijl tot de woordbouw, en daarmee tot de morfologie. Syntaxis binnen woordgrenzen kan ook morfosyntaxis worden genoemd; dit type syntactische relatie is dan een morfosyntactische relatie.

c.  Is er in deze twee gevallen nu wel of niet sprake van een verschillende (morfo-)syntactische relatie tussen glas- en -vijl?



week 5 (28 nov 12)

Teksten
Leeshulp

97.  In het overzicht aan het begin van de Booijs tekst (p. 185) vallen enkele technische termen, zoals valency, die verderop in de tekst nog uitgebreider aan bod komen. Raadpleeg waar nodig terminologische bronnen.

98.  Op p. 186 wordt met underlying word order hetzelfde bedoeld als met original position of the V, twee regels daaronder.

Opdrachten

99. 

Zoals aangekondigd: op woensdag 28 november levert elke deelnemer een eerste tekstversie van het werkstuk in. Deze versie wordt ook beoordeeld als (laatste) deelopdracht.

Deze tekstversie krijg je uiterlijk vrijdag 30 november retour, zodat je desgewenst de laatste versie kunt inleveren tijdens het laatste college (5 december).

Zie voor overige details de syllabus van dit college, zoals aan het begin van de cursus uitgelegd.

100.  Overgebleven van week 4: de uitsmijter – dit keer als binnenkomer.

101.  Als steuntje in de rug bij het werkstuk:

In taalkundig werk worden voorbeelden vaak gepresenteerd in drieregelige vorm: eerst een transcriptie van de oorspronkelijke uiting, daaronder een regel met glossen, en tot slot een lopende vertaling. We kwamen dit eerder tegen; zie bijvoorbeeld ook p. 197 van Booijs tekst.

Lees hierover in ieder geval de opgegeven §5 uit de Schrijfwijzer. Wie behoefte heeft aan meer details over de middelste van de drie regels kan terecht bij de Leipzig Glossing Rules van het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology.

102.  De aanleiding voor de tekst over 'mouse' semantics is de discussie over polysemie in het college van 21 november. Wij bespraken toen het idee van overlappende betekenissen voor dezelfde vorm.

103.  Lees de tekst van Booij in zijn geheel door. Maak aantekeningen van eventuele vragen over of problemen, zodat deze op het college behandeld kunnen worden. Beantwoord dan de vragen hieronder.

104.  Voor de relatie tussen morfologie en syntaxis geldt volgens het tweede aandachtspunt op p. 185 dat zowel "syntactic constructs may form parts of complex words" als "syntax in turn governs the use of morphological case marking on words". Bedenk voor elk van deze gevallen minstens twee eigen voorbeelden in een taal naar keuze.

105.  Formuleer de "Verb Second"-regel van het Nederlands (p. 186) in je eigen woorden en geef er voorbeelden bij. Wat voor zinnen voldoen niet aan deze regel? Geef ook daarvan voorbeelden.

106.  Op p. 187 wordt de morfologie van zuurkool behandeld, waarin "the adjective zuur is not inflected" - dat wil zeggen: het is niet zurekool, maar zuurkool. Is het ook denkbaar dat zuur geen adjectief is, maar een zelfstandig naamwoord? En zo ja: om wat voor zuur zou het dan gaan? Vergelijk voor je argumentatie bijvoorbeeld de manier waarop groene stroom, zwakstroom, vuurdoop, wittebrood en zuurwaren zijn gevormd.

107.  Omschrijf in je eigen woorden en met een eigen voorbeeld dat "English does not inflect prenominal adjectives" (p. 187).

108.  Op p. 187 staat dat "in A + N compounds main stress is usually on the first constituent and in A + N phrases on the second, as in gréenhouse versus green hóuse". Het "usually" doet vermoeden dat er ook uitzonderingen zijn. Kun je daarvan voorbeelden bedenken voor zowel de compounds als de phrases? En hoe werkt dit in het Nederlands?

109.  "Noun phrases with a determiner as parts of complex words" zijn volgens p. 189 "impossible in English and Dutch". Ga na of de onderstaande zinnen uitzonderingen hierop bevatten; probeer zowel voor- als tegenargumenten te geven. Denk bijvoorbeeld aan het speciale geval van eigennamen, die in elke taal een aparte positie innemen; en ook aan de zelfnoemfunctie, waarin een uitdrukking citerend wordt gebruikt.

a.  Aan het eind van de De Kempenaerstraat ga je rechtsaf.

b.  Met hun de-aanhouder-wint mentaliteit komen ze meestal een heel eind.

c.  Wat vind je van dat "dé bank"-motto van ABN AMRO?

d.  De Van der Waalskrachten zijn omgekeerd evenredig aan de zevende macht van de afstand tussen de deeltjes.

e.  John hit a nice down-the-line return of serve and Bill volleyed cross-court to John's forehand.

f.  It's just a run-off-the-mill heist movie.

g.  All of these conferences were held in out-of-the-way resorts.

110.  Aan het begin van § 8.2 (p. 190) wordt voor de zin John hit the ball. in "HIT, x, y" de variabele x gelijkgesteld aan John, en de variabele y aan the ball. Verder komen hier labels voor de semantische rollen van agent en patient aan bod. (Let op de de Nederlandse termen, die eindigen op een -s: agens en patiens.) De agens is degene die (of dat wat) de handeling uitvoert en de patiens is degene die (dat wat) de handeling ondergaat.

a. Ga na dat deze twee semantische rollen beide behoren tot de betekenis 'slaan' van het Engelse werkwoord hit. Geef nu een korte maar nauwkeurige omschrijving van deze twee deelbetekenissen. Met andere woorden: specificeer de beide semantische rollen voor het werkwoord hit.

b. Is het in het gegeven voorbeeld John hit the ball. nuttig om een onderscheid te maken tussen enerzijds deze twee deelbetekenissen en anderzijds de betekenissen van John en ball?

111. Ga na of in de volgende drie zinnen dezelfde semantische rollen zijn te onderscheiden voor het werkwoord hit.

a.  John hit the gas pedal. 'Jan trapte op het gaspedaal.'

b.  John hit an ace. 'Jan sloeg een ace.' (Een ace is een tennisopslag die niet door de tegenstander wordt teruggeslagen.)

c.  John hit twice. 'Jan sloeg twee keer.'

d.  John hit the road. 'Jan reed Weg.'

e.  Small town John hits big time! 'Jan Modaal maakt het helemaal!'


week 6 (5 dec 12)


Opdracht

112. 

Vandaag kun je je werkstuk inleveren, maar dit is niet verplicht.

Zie voor deadlines en voorwaarden verder de syllabus en de e-studiegids.


Excursie

113.  In dit laatste college maken wij een excursie langs taalkundige bezienswaardigheden in onze faculteit. Je hoeft niets voor te bereiden.



handige hulpjes


 software  schrijfwijzer  talen van de wereld
 terminologie  Colorado Style Guide  taalkundige transcriptie
     e-ANS


laatste wijziging 29 november 2012

home