eerstejaars cursus 2009-2010

CHINESE TAALKUNDE / Taal en schrift

Jeroen Wiedenhof

algemene informatie


tijd en plaats

tweede semester, dinsdagen van 13:15u tot 15:00u
ingeroosterd in Lipsius/011


uitslagen


handige hulpjes

 software  talen van de wereld  e-ANS
 terminologie  taalkundige transcriptie  


inhoud, teksten en opdrachten

REFRESH/UPDATE/VERNIEUW MET DE F5-KNOP! 

week 1 | week 2 | week 3 | week 4 | week 5 | week 6 | week 7 |


Week 1 (2 februari) / Taalvariatie in en buiten China

Materiaal
 
taalkaarten
Onderwerpen

(rood = nog te behandelen)

Opdrachten

(rood = nog te behandelen)

schriftelijk voorbereiden!

1.  Lees eerst de tekst (hoofdstuk 1). Noteer waar u vragen of problemen heeft met dit materiaal. Wij zullen die vragen in het college behandelen, dus neem alle aantekeningen mee naar de klas.

2.  Tot welke taalfamilie behoort het Nederlands? Waarom heet die taalfamilie zo? En hoe is deze taalfamilie verspreid over de wereld?

3.  Ga voor de taalfamilie in opdracht 2 na welke grote subgroepen daarbinnen worden onderscheiden. Tot welke van deze subgroepen behoort het Nederlands?

4.  Geef op de wereld-taalkaart aan hoe het Nederlands zich in in het verleden heeft verspreid over de wereld. En hoe zit dat tegenwoordig?

5.  Verklaar op de wereld-taalkaart de vormen van de volgende gebieden:

6.  Tot welke taalfamilie behoort het Japans? Aan welke talen is het Japans verwant?

7.  Hoeveel nationale minderheden worden er in China onderscheiden? Op welke basis worden deze bevolkingsgroepen onderscheiden?

8.  Ga op de kaart "Talen in China" na welke taalfamilies er in China zijn vertegenwoordigd. Noem voor elk van deze taalfamilies twee talen die in China worden gesproken.


Week 2 (9 februari) / Chinese talen in en buiten China

Materiaal
 
Onderwerpen

(rood = nog te behandelen)

Opdrachten

(rood = nog te behandelen)

schriftelijk voorbereiden!

9.  Lees eerst de teksten en bekijk de illustraties. Noteer waar u vragen of problemen heeft met dit materiaal.

10.  Overgebleven van vorige keer: opdracht 6 en opdracht 8.

11.  Vorige week hebben we het gehad over de 自治區 zìzhìqū 'autonome gebieden' van China. In het materiaal van deze week zit een kaart met "Administrative Divisions of China" en een lijst van de bijbehorende Chinese namen. Ga daarmee na

(a) hoeveel autonome gebieden er zijn, en

(b) welke van deze gebieden genoemd zijn naar de namen van nationale minderheden.

12.  Pak de wereld-taalkaart van week 1 er nog eens bij. Als u inzoomt op de eilanden van Zuid-oost-Azië, zijn daar te vinden

A. een klein lichtgroen eiland met een bruine vlek; en andersom:

B. een groot bruin schiereiland met een lichtgroene vlek.

Wat kunt u vertellen over de taalsituatie op de plaats van de twee vlekken?

 

13.  Vraag voor studenten die thuis met hun ouders een Chinese taal spreken:

(a) wijs op de kaart "Talen in China" de plaats van herkomst aan van deze Chinese taal; en

(b) ga na tot welke tak van de Sinitische taalgroep deze taal behoort.

UITSLAG (toegevoegd 12 feb 10): drie maal Mandarijn, twee maal Wú, elf maal Yuè.
Op college is besproken hoe representatief deze uitslag is.

14.  Vraag voor studenten die thuis geen Chinees spreken:

(a) noem vijf leenwoorden die het Nederlands uit het Chinees heeft overgenomen; en

(b) kunt u ook aangeven uit welke Sinitische tak deze leenwoorden afkomstig zijn?

UITSLAG (toegevoegd 19 feb 10): fengshui, kungfu, tahoe, thee, tofu, yin-yang.
Op college is besproken uit (en via) welke talen deze woorden in het Nederlands terecht zijn gekomen.

15.  Ga op basis van het materiaal van deze week na welke nu nog bestaande tak binnen de Sinitische groep het vroegst is afgesplitst van de andere takken. Wat zou dat betekenen voor de huidige eigenschappen van die tak, vergeleken met de andere Chinese talen?

16.  Het klassieke Boek der oden (詩經 Shī Jīng) bevat veel niet-kloppende rijmen. In het traditionele China dacht men dat dit kwam doordat de oude dichters "dichterlijke vrijheden" namen.

Voor zover bekend was 陳第 Chén Dì de eerste Chinese geleerde die zich realiseerde dat de niet kloppende rijmen waren ontstaan doordat door de eeuwen heen de klanken van de taal veranderd waren.

In het materiaal van deze week vindt u een van de beroemdste passages uit Chén Dì's werk, met een Engelse vertaling.

(a) In welke taal is het Boek der oden geschreven? En in welke taal schreef Chén Dì?

(b) Hoeveel eeuwen waren er in Chéns tijd voorbij gegaan sinds het Boek der oden werd samengesteld?

(c) Ga aan de hand van de Engelse vertaling na hoeveel u van Chéns beroemde passage kunt begrijpen.

17.  Ook in Europa betekende de ontdekking van klankwetten een revolutie. Aan het begin van de 19e eeuw werd de eerste klankwet geformuleerd. De bekendste uitwerking van deze Eerste Germaanse klankverschuiving was van de hand van Jakob Grimm (dezelfde: van de gebroeders Grimm met de beroemde sprookjes).

Check de voorbeelden vader en broer die we vorige week bespraken nog eens aan de hand van het materiaal van deze week.

18.  Als spraakklanken veranderen, verandert de taal. Welke aspecten van taal kunnen nog meer veranderen in de tijd? Geef van elk van deze veranderingen een voorbeeld.


Week 3 (16 februari) / Het Chinese schrift – deel 1: geschiedenis



Na twee weken "Taal en schrift" rijst het vermoeden dat teveel deelnemers aan deze cursus het voorbereidende leeswerk onderschatten.

In week 3 gaat daarom extra aandacht uit naar dit aspect van de lesstof.

Lees het materiaal zorgvuldig. U heeft hier meer dan genoeg tijd voor, want er is deze week verder maar één echte opdracht.

Kijk tijdens het lezen steeds kritisch naar de bijbehorende figuren en tabellen.

De discussie tijdens het college gaat uit van uw lezing van het materiaal.


Welke manieren kent u om 'studeren' te zeggen in het Mandarijn?
Ga voor elk van deze uitdrukkingen na wat ze letterlijk betekenen.

Materiaal
  • Geschiedenis van het schrift:
§§ 12.1-12.2 uit Grammatica van het Mandarijn (GM)
  • Taal en schrift:
§12.3.2 uit GM
  • Cijfers over karakters:
§12.3.4 uit GM
  • Cijfers in karakters:
tabel 9.6 (p. 231) uit GM
  • Moderne ontwikkelingen:
§§12.5.1-12.5.2 en tabel 12.11 (p. 323) uit GM
 
Onderwerpen

(rood = nog te behandelen)

Opdrachten

(rood = nog te behandelen)

schriftelijk voorbereiden!

19.  Noteer waar u vragen of problemen heeft met de inhoud van tekst, figuren en tabellen.

20.  Ga na of u in de illustratie bij deze week kunt ontdekken wat de letters en cijfers betekenen.

21.  De opdrachten 17 en 18 van de vorige week schuiven door naar het college van week 5, dat over spraakklanken gaat.


Week 4 (23 februari) / Het Chinese schrift – deel 2: woordenboekvaardigheden


Ook in week 4 wordt grondig leeswerk van u verwacht.

Kijk tijdens het lezen ook kritisch naar de bijbehorende figuren en tabellen.

In de opdrachten brengt u het gelezene direct in de praktijk.




Materiaal
  • De structuur van karakters:
§ 12.3.3 uit Grammatica van het Mandarijn (GM)
  • Radicalen en andere rangschikkingen:
§12.4, §12.4.1 en §12.4.2 uit GM
 
Onderwerpen

(rood = nog te behandelen)

Opdrachten

(rood = nog te behandelen)

22.  Neem een of meerdere Chinese woordenboeken voor traditionele karakters mee naar college. (Wie geen woordenboek heeft: geen nood! Ik zorg ervoor dat op college zoveel mogelijk exemplaren uit de bibliotheek beschikbaar zijn.)

23.  Lees het opgegeven materiaal en noteer al uw vragen over of problemen met de inhoud van tekst, figuren en tabellen.

24.  Zorg dat u voorafgaand aan het college zelf de volgende tien karakters hebt opgezocht in een woordenboek voor traditionele karakters dat werkt met radicalen. Gebruik hiervoor een eigen woordenboek of een woordenboek uit de leeszaal van de Oost-Azië-bibliotheek.

Noteer per karakter:

 
karakter
(a)
(b)
(c)
(d)
(e)
voorbeeld 1
102
8
dāng
'dienen'
voorbeeld 2
85
5
'wet'
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.

Bovenstaande opdracht is op het bord uitgewerkt tijdens het college van week 4. Op dezelfde middag is een tweede opdracht uitgedeeld voor uitwerking in de East Asian Library.

[toegevoegd 27 feb 10, met dank aan Wendy Hsueh]  uitwerking van deze tweede karakter-opzoek-opdracht van 23 februari.


Week 5 (2 maart) / Uitspraak en transcriptie – deel 1

Materiaal
§§ 2.1 t/m 2.2.3; §2.4; §2.5; 2.8. t/m 2.8.2 en tabel 2.17 uit Grammatica van het Mandarijn
 
Onderwerpen

(rood = nog te behandelen)

Opdrachten

(rood = nog te behandelen)

25.  Lees het opgegeven materiaal en noteer al uw vragen over of problemen met de inhoud van tekst, figuren en tabellen.

26.  Elke student krijgt tien karakters om op te zoeken in een Chinees woordenboek. Zie hiervoor de lijst van karakters per deelnemer.

Raadpleeg ter vergelijking ook de uitwerking van de opdracht van week 4 / toegevoegd 27 feb 10

U mag zelf een woordenboek kiezen, zolang het maar met traditioneel karakterschrift werkt volgens het systeem van 214 radicalen, zoals uitgelegd op het college van week 4.

Gebruik voor alle karakters hetzelfde woordenboek.

Noteer per karakter:
(a) het radicaal (als dat in als nevenvorm voorkomt, geef dan de volledige vorm van het radicaal)
(b) het nummer van het radicaal;
(c) het aantal streepjes dat daarbij komt;
(d) de uitspraak in Pinyin (bij karakters met meerdere uitspraken mag u er zelf een kiezen);
(e) de eerste betekenis die in uw woordenboek hoort bij die uitspraak, in het Nederlands.

Maak opdracht 26 op het formulier dat u hier kunt downloaden (rechts klikken & saven).

Deadline: lever het uitgeprinte en ingevulde formulier in bij aanvang van college op dinsdag 2 maart 2010;

of leg het voor die tijd in het postvakje Wiedenhof (eerste verdieping Arsenaal).

De opdracht telt voor 20% mee in het eindcijfer van deze cursus; zie voor details de studiegids.

Eerst uitprinten en dan met de hand invullen werkt waarschijnlijk het handigst;

alleen opdrachten op papier worden in behandeling genomen!



Week 6 (9 maart) / Uitspraak en transcriptie – deel 2

Materiaal
leesstof   bron
  • Appendices A, B, C en D
 

Grammatica van het Mandarijn (GM)

  • §2.1 (herhaling)
  GM
  • Pagina 395 (vanaf §2 "The Pīnyīn era") t/m 400
  Jeroen Wiedenhof, "Purpose and effect in the transcription of Mandarin"
– In 李哲賢 Lee Jer-shiarn (ed. in chief), 2004 漢學研究國際學術研討會文集 [Proceedings of the International Conference on Chinese Studies 2004]. 斗六Touliu, 雲林科技大學 National Yunlin University of Science and Technology
 
Onderwerpen

(rood = nog te behandelen)

plus:

Evaluatie (laatste 15 minuten)

Opdrachten

(rood = nog te behandelen)

27.  Lees het opgegeven materiaal en noteer alle vragen en problemen bij de inhoud van tekst, figuren en tabellen.

28.  Wat is gemakkelijker voor een drukker, Pinyin of Wade-Giles? En voor een online tijdschrift?

29.  Met behulp van Appendix D in GM zijn tussen drie transcripties de verschillende spellingen in elkaar om te zetten, met andere woorden: te converteren.

Converteer de volgende Wade-Giles-spellingen in het Pinyin:

pang3, kung1, ch'üeh4, jang4, li2-chieh3, i3-ching1, yen3-ching1, .pa, hsiang2, shang4, yu3, 3

30.  Hoe gebruikt het Wade-Giles de letters  j,  h en r ? Vergelijk het gebruik van deze drie letters in het Pinyin. Gebruik in alle gevallen precieze termen voor de bijbehorende klanken.

31.  Maak je eigen regels: formuleer zelf (dus: opschrijven!) minstens twee conversie-regels van Wade-Giles naar Pinyin (andersom mag ook, maar dat is misschien minder practisch). Probeer deze regels zo algemeen mogelijk te maken, dat wil zeggen: zodat ze op zoveel mogelijk lettergrepen tegelijk slaan.

Evaluatie

Docenten zijn voor het verbeteren en handhaven van de kwaliteit van het onderwijs voor een belangrijk deel afhankelijk van de reacties van de deelnemers aan hun colleges. Opmerkingen over vorm en inhoud van dit college zijn dan ook zeer welkom.

Tijdens de laatste bijeenkomst wordt een korte schriftelijke evaluatie gehouden. Deelnemers kunnen dan gedurende 15 minuten op een evaluatieformulier in afwezigheid van de docent hun oordeel geven over het onderwijs.

Deze evaluatie is anoniem. De ingevulde formulieren worden door het secretariaat van de opleiding bewaard in een verzegelde envelop. De docent heeft geen recht op inzage voordat het eindcijfer is vastgesteld.


Week 7 (16 maart) / Vragenuren

Onderwerpen

Extra gelegenheid voor de beantwoording van overgeleven vragen op basis van de behandelde stof.

Opdracht

32.  Als u vragen heeft, maak dan vooraf een lijstje.



 software  talen van de wereld  e-ANS
 terminologie  taalkundige transcriptie  



laatste wijziging 7 juni 2010


home